Het documentaire-project ‘NieuweLeiders.nl’ van Roek Lips is een zoektocht naar de vraag hoe we onze weg kunnen vinden in een wereld die in crisis en verwarring is. Hij ging in gesprek met ruim 130 inspirerende mensen. Omdat ze veel levenservaring hebben, goed kunnen observeren, een bijzonder eigen perspectief hebben, veel erkenning krijgen voor hun leiderschap of koploper zijn in nieuwe ontwikkelingen. De inzichten uit deze zoektocht deelt hij via internet, publicaties in dagblad Trouw, een onlangs verschenen boek ‘Wie kies je om te zijn’, inspiratiesessies en vanaf 2022 ook een theatercollege. Een interview met de maker.
Els Smits, januari/februari 2022
‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk’ zei hoogleraar Jan Rotmans in die tijd een keer. ‘Ik vroeg me af of dat klopte, maar dacht ook: stel dat het klopt. Stel dat we daadwerkelijk in een kanteltijd zitten, in een verandering van tijdperk. Wat vraagt dat dan van ons? Zou dat een verklaring kunnen zijn voor de verwarring die ik bij verschillende mensen en op alle niveaus aantref? Daar zou ik wel eens een mooi gesprek over willen voeren met iemand en ik kwam uit bij Paul de Blot, die op zijn 94e nog steeds drukbezochte colleges gaf op Nyenrode.’
Ook een blog van de Amerikaanse mensenrechtenactiviste Grace Lee Boggs, voegde wat toe. Zij schreef op haar 100e verjaardag een blog met de titel: Hoe laat is het op de klok van de wereld? ‘Dat vond ik zo’n mooie vraag. In dat blog stelt zij zich de vraag: Wat is het meest ondersteunend geweest in mijn leven? Haar conclusie is: dat we onszelf steeds weer de existentiële vragen mogen stellen, in de wetenschap dat we hét antwoord nooit gaan vinden. Die kwam binnen bij mij; toen wist ik ineens wat ik te doen had.’
Hij begon heel intuïtief mensen te benaderen voor zijn plan voor een documentaire-project. Vrijwel iedereen reageerde positief. Een van de vragen die hij stelde was: Wat vraagt deze tijd van ons en van ons (persoonlijk) leiderschap? Het project begon klein, maar inmiddels heeft hij al meer dan 130 bestuurders, wetenschappers, kunstenaars en denkers gesproken en dat gaat nog steeds door. Het leidde tot een aantal inzichten. ‘Een hele fundamentele is dat alles relatie is. Niet onbekend natuurlijk, maar als je dat écht door laat dringen. Het gesprek met sterrenkundige Vincent Icke maakte mij dat pas echt duidelijk. Hij zei: ‘Eigenlijk is de mens niks anders dan sterrenstof; er zijn eigenlijk maar zestien elementaire deeltjes waaruit alles is opgebouwd’. En in een bijzinnetje liet hij vallen: ‘En die elementaire deeltjes zijn niet zichtbaar als ze geen relatie met elkaar aangaan’. Dat zinnetje bleef in mijn hoofd hangen tijdens dat gesprek: elementaire deeltjes zijn niet zichtbaar als ze geen relatie met elkaar aangaan. Ik vroeg hem: ‘Betekent dat dat je daarmee wetenschappelijk aantoont dat alles relatie is?’ Als kritische wetenschapper zei hij: ‘Nou sla je het wel heel erg plat, maar eigenlijk klopt het wel’. Dus zoals ik hier zit bén ik relatie. De relatie maakt mij wat ik ben en ik ontwikkel me pas tot iemand in de relatie tot de ander. Zonder de ander ben ik ook niemand.’
Dat gegeven kwam in veel gesprekken terug. ‘Psychoanalyticus Paul Verhaeghe zegt: ‘Mijn belangrijkste inzicht in de afgelopen tien jaar is dat het individu niet bestaat. Wij zijn onze omgeving’. Die interconnectie, die verstrengeling, gaat zo ver dat letterlijk alles aan elkaar verbonden is. Als je dat op een diepere laag tot jezelf door laat dringen, ga je ook anders naar je relaties kijken. Dat betekent wat mij betreft letterlijk het einde van het individualisme. Want dat betekent dat als ik niet zorg dat het goed gaat met de ander, het ook niet goed met mij gaat. Ik denk dat dat een belangrijke boodschap is voor deze tijd, waarin we steeds meer tot dat individualisme zijn vervormd, dat daar ook een oproep in zit.’
Een kernwoord in het gehele project is het woord herontdekken. ‘Ik denk inmiddels dat het klopt dat we in een kanteltijd zitten. Wat je dan eigenlijk moet doen, is alles opnieuw bekijken. Welke keuzes maken we in een tijd dat niets meer vanzelfsprekend is? Dat is uniek aan deze tijd, letterlijk niets is meer vanzelfsprekend. Zelfs het feit dat je een jongen of meisje bent, is een keuze geworden en dus niet meer vanzelfsprekend. In zo’n tijd wordt er een oproep gedaan aan iedereen om volledig opnieuw te ontdekken wat van waarde is. Een tijd van herijking, herwaardering, het opnieuw bekijken, dat vind ik een mooie manier om naar deze tijd te kijken. Dat geeft ook wat meer houvast dan dat je zegt: ‘we zijn in transitie’, want dat is een ongelofelijk vaag begrip. Wat kan je daarmee? Wat moet je dan doen? Als je het een periode van herijken of herwaarderen noemt, kan je beter begrijpen wat je te doen staat.’
Verantwoordelijkheid en vrijheid zijn ook terugkerende woorden in de gesprekken. ‘De oude manier van naar verantwoordelijkheid kijken, is wat we het silodenken noemen: het zit niet in mijn portefeuille, dus ik ben er niet verantwoordelijk voor. Dat is oud denken. Daarmee gaan we de problemen van deze tijd niet oplossen. Het nieuwe denken is: ik ben er misschien niet verantwoordelijk voor maar ik ga er wel voor. Ook de betekenis van het woord verantwoordelijkheid is aan het verschuiven. Het begrip vrijheid gaat niet zonder verantwoordelijkheid. We zijn het gaan uitleggen als iets zonder verantwoordelijkheid, iets dat onbegrensd is, maar dat is het niet. Want zodra je het over onbegrensde vrijheid hebt, raak je aan de vrijheid van een ander. Voor mij gaat vrijheid ten diepste over vrijheid van denken en daarin kunnen we keuzes maken. Het mooiste verhaal daarover vind ik een verhaal van Nelson Mandela die gevangenzat op Robbeneiland. Het enige wat hij mocht doen was over de binnenplaats van zijn nachtverblijf naar zijn dagverblijf lopen en ’s avonds weer terug, met twee begeleiders voor hem en twee erachter. En toch zei Mandela: ‘Ik was degene die de snelheid van lopen bepaalde’.
We mogen nu naar iets nieuws toegroeien en dat ontstaat vooral met kleine initiatieven, van mensen die besluiten uit die ratrace te stappen en het op hun eigen manier gaan doen. Daar zie je dat het nieuwe echt aan het beginnen is. De kunst is dat die mensen elkaar veel meer gaan vinden. Omdat het in het begin zo eenzaam pionieren is. Dat maakt het voor veel mensen heel zwaar, zeker omdat de reflexen nog oud zijn en het systeem het nog tegenwerkt. En toch, het nieuwe is aan het ontstaan. Zijn we in staat om het te zien en het ruimte te geven?’ Bioloog Willem Beekman gaf een mooi beeld hiervoor. Rupsen eten zich vol en gaan dan verpoppen. Uit de cocon moet een vlinder komen. Als kind hield Beekman het niet uit om daarop te wachten, dus hij sneed de cocon open. Tot zijn verbijstering zag hij dat de binnenkant gewoon groen- of bruinachtig snot was. Geen rups meer, maar beslist ook geen vlinder; alleen tussenstadium waarin alles is vergaan. Het oude is weg en het nieuwe is er nog niet. Die rups geeft álles op: zijn zintuigen, zijn hart, zijn ademhaling. Voor de rups natuurlijk allemaal instinct, maar met het achterliggende idee dat als je wat anders wil je moet investeren en je iets totaal moet durven loslaten.
‘De essentie van wat hij zegt, is dat dat tussenstadium snot is. Een prachtige metafoor voor deze tijd. We weten waar we vandaan komen en wat we niet meer willen. Maar het nieuwe kennen we nog niet. In de tijd daartussen is alles even onherkenbaar. Dat vind ik een belangrijk houvast voor deze tijd. We mogen op zoek gaan naar dat nieuwe, maar in die tussentijd hebben we het ook te doen met een periode waar we maar aan het aanmodderen zijn en zich langzamerhand een aantal dingen zullen gaan aftekenen. En daar gaat best een lange tijd overheen, want de geschiedenis leert ook: de meeste veranderingen gaan via evolutie en niet via revolutie. Ik denk overigens dat deze tijd op een aantal dossiers wel vraagt meer tempo te maken. Doen we dat niet, dan zou het wel eens aan de late kant kunnen zijn. Daar is misschien niet alles mee verloren, maar daar wordt de kostprijs van sommige dingen wel dramatisch mee verhoogd. Als we nu de zaken op het gebied van klimaat niet gaan oplossen, dan leggen we een héle hoge rekening bij onze kinderen. Dus zijn we bereid om daar nu alvast een stuk van te pakken of niet?
Maar eerst moeten er dingen vastlopen, denk ik. En dat zal een hoop mensen gaan raken, die daardoor ook echt in de problemen gaan komen. Al die gesprekken en inzichten doen me steeds meer vermoeden dat we een pittige tijd tegemoet gaan. Ik ben geen doemdenker en ook geen helderziende, maar dit is wat je ziet als je van de geschiedenis gaat leren. Dat we een pittige tijd tegemoet gaan waar van mensen gevraagd gaat worden om offers te brengen, maar wel met een bepaald doel. Namelijk om ergens anders uit te komen dan waar we nu zijn.’